IgM is bij een infectie vaak het eerst geproduceerde antistof dat later wordt ‘afgelost’ door IgG en is met zijn tien bindingsplaatsen een uitstekende immunoglobuline voor het wegvangen van antigenen.
IgG wordt aangemaakt bij grotere hoeveelheden of bij een herhaald contact met het antigeen (virus). Het IgG-molecuul kan beschouwd worden als een typische antistof. Aan de aanwezigheid van IgG antistoffen kun je zien of je desbetreffende ziekte hebt doorgemaakt.
IgA wordt aangetroffen in mucosale (slijmvlies) secreties en in de ingewanden geproduceerd. Het is aanwezig in de gastro-intestinale organen (darm, maag), prostaat, respiratoir epitheel en in lage concentraties in het bloed. Bij IgA-deficiëntie zitten er te weinig of geen IgA-antistoffen in het bloed. Dat kan een vals negatieve uitslag geven.